Observeer hoe iemand met een kind omgaat. Ga na of die persoon probeert het kind iets tegen zijn wil te laten doen, door middel van overreding of kracht. Als dat zo was, wat waren dan de resultaten en hoe hadden de materialen van het hoofdstuk hier beter kunnen helpen? Ga vervolgens na hoe iemand anders op dezelfde manier met een kind omgaat als jij in het eerste hoofdstuk hebt gedaan.

Schrijf hieronder op wat je gedaan hebt: