Dit gedeelte toont vele technieken voor een ouder of wie dan ook om een kind snel te helpen herstellen van builen, kneuzingen, schaafwonden, angsten en van streek makende voorvallen die vaak met opgroeien gepaard gaan.
Voor het grootste deel maken de hiernavolgende technieken, als belangrijkste therapeutisch middel, gebruik van
Men kan alle onderstaande handelingen classificeren als assisten. Een assist is een handeling die wordt ondernomen om een persoon verlichting te laten ervaren van een onmiddellijk optredende moeilijkheid. Deze assisten behoren, wanneer de omstandigheden daarom vragen, te worden gebruikt naast de assisten die in het cursus “Assisten voor ziektes en verwondingen” worden vermeld. Het voordeel dat het kind en het gezin daarbij hebben, kan aanzienlijk zijn.
Verwondingen in de kindertijd
Er zijn veel dingen die men kan doen om een kind te helpen dat gevallen is, of zich gesneden heeft of iets dergelijks. Bij jonge kinderen is het vaak genoeg om ze gewoon uit te laten huilen. Wanneer een kind gewond is, spreken veel mensen vaak troostende en bemoedigende woorden, haast voordat ze dat beseffen. En wat ze zeggen is gewoonlijk wat ze al honderd keren eerder zeiden toen het kind zich bezeerd had. Dit kan het kind doen herinneren aan de hele keten van eerdere verwondingen.
Ouders kunnen een kind helpen door bijna niets te zeggen. Het kan eventjes tijd kosten om zichzelf te leren niet te spreken wanneer het kind zich bezeerd heeft, maar het is niet moeilijk om de gewoonte om stil te zijn aan te nemen. Stilte hoeft genegenheid niet in de weg te staan. Men kan het kind, als hij dat wil, vasthouden of een arm om hem heen slaan. Vaak zal een kind, als er niets wordt gezegd, een minuut of meer hard huilen en er dan plotseling mee ophouden, een lachje laten zien en terugrennen naar datgene waar hij mee bezig was. Hem laten huilen schijnt de lading weg te halen die het gevolg van de verwonding was en als dit gebeurt dan is er geen assist nodig. Het is in feite heel moeilijk om het kind terug te laten keren naar het moment van de verwonding als hij de lading op die manier kwijt is geraakt.
“Vertel me er over”
Als het kind zich niet spontaan herstelt nadat het even gehuild heeft, wacht dan totdat hij bijgekomen is uit de korte periode van verminderd bewustzijn welke met een verwonding gepaard gaat. Gewoonlijk is het niet moeilijk te zien wanneer een kind versuft is en wanneer niet. Als hij na de versufte periode nog steeds huilt, dan is dat gewoonlijk omdat andere, eerdere verwondingen gerestimuleerd zijn (opnieuw geactiveerd omdat de omstandigheden in het heden min of meer soortgelijk zijn aan die van het verleden). In dit geval is een assist waardevol. Op oudere kinderen (vijf jaar en ouder) is een assist gewoonlijk noodzakelijk.
Wanneer het kind niet langer versuft is, vraag je hem: “Wat gebeurde er? Hoe heb je je bezeerd? Vertel me er eens over.”
Als hij je erover begint te vertellen, breng hem dan in het heden als hij het verhaal al niet spontaan in het heden vertelt. Probeer het als volgt:
“Nou – ik stond op een grote steen en ik gleed uit en viel, en…” (huilt)
“Doet het zeer als je op de steen staat?”
“Nee.”
“Wat gebeurt er als je op de rots staat?”
“Ik val…” (huilt)
“Wat gebeurt er dan?”
“Ik val op de grond.”
“Is er gras op de grond?”
“Nee – er ligt allemaal zand.”
“Vertel het me nog een keer.”
Je kunt het kind er een paar keer doorheen laten gaan totdat hij er verveeld over wordt of gaat lachen. Er is niets moeilijks aan. Nadat een kind op deze manier een aantal assisten heeft gehad, zal hij, als hij zich bezeerd heeft, naar de persoon toe rennen die deze pijnloze hulp en geruststelling kan verlenen, en “vertel er eens over” eisen.
een uitwisseling van ideeën tussen twee individuen door de ruimte heen.