Communicatie
De derde en belangrijkste hoek van de ARC-driehoek is communicatie. Bij intermenselijke relaties is deze hoek belangrijker voor het begrip van de opbouw van menselijke relaties in dit universum dan de twee andere hoeken van de driehoek. Communicatie lost alles op (het is voor alles een oplossing).
Hoe beginnen mensen met elkaar te communiceren?
Om communicatie te hebben moet er overeenstemming en affiniteit zijn. Om affiniteit te hebben moet er een overeenstemming over realiteit en communicatie zijn. Wil er realiteit en overeenstemming zijn, dan moet er affiniteit en communicatie zijn – dat is het abc ervan. Als je de affiniteit uitsluit, verdwijnen de communicatie en de realiteit. Als je de realiteit uitsluit, verdwijnen de communicatie en de affiniteit. Als je de communicatie uitsluit, verdwijnen ze allemaal.
Er zijn verschillende manieren waarop men een communicatielijn (de route waarlangs een communicatie van de ene persoon naar de andere gaat) kan blokkeren. Eén manier is hem door te snijden; een andere manier is hem zo pijnlijk te maken dat de ontvanger hem zal afkappen; en weer een andere manier is er zoveel langs te sturen dat er een opstopping ontstaat. Dat zijn drie zeer belangrijke dingen die je over een communicatielijn moet weten. Wat je verder moet weten is dat de communicatie een goede communicatie moet zijn, dat wil zeggen dat de vereiste gegevens in de vereiste richting worden gestuurd, en dat ze ontvangen worden.
Het enige waar communicatie over gaat, is trouwens realiteit en affiniteit aangaande het fysisch universum. Wanneer er gediscussieerd wordt, gaat het erover of er al of niet affiniteit is, of er al of niet overeenstemming is en over welke specifieke punten van het fysisch universum overeenstemming ontbreekt.
Affiniteit kan op verschillende manieren worden opgebouwd. Je kunt met mensen praten en affiniteit met hen opbouwen. Maar vergeet niet dat dit communicatie moet zijn, niet gewoon maar wat gepraat. Er bestaan vele, vele manieren om te communiceren. Twee mensen kunnen elkaar gaan zitten aankijken en in communicatie zijn. Eén van de manieren om te communiceren is via de tastzin. Je kunt een kat strelen, de kat gaat plotseling spinnen; je communiceert dan met de kat. Je kunt iemand een hand geven en je communiceert met hem via de tastzin. De jongens van de oude kliek, met hun
Wanneer iemand erg “uit” communicatie is en je naar hem toe gaat en hem op zijn schouder tikt en hij dat een beetje ontwijkt (voor hem is alles pijnlijk), zul je merken dat hij ook mondeling niet communiceert, hoewel hij wel even stopt met wat hij aan het doen is. Jij probeert iets tegen hem te zeggen. “Weet je, ik denk dat project 342A een behoorlijk goed project is. Ik denk dat we ermee door moeten gaan.” Hij zit daar maar te zitten, hij kijkt je aan, en hij knikt; en dan gaat hij door met zijn werk en maakt project 36 af.
Je zegt dan: “Project 36 is stopgezet. We zouden daar helemaal niet meer mee doorgaan.” Maar hij heeft nauwelijks in de gaten dat je het tegen hem hebt. Hij ontwijkt alles wat je zegt. Of hij praat zo luid en lang, dat je geen kans krijgt om hem te vertellen dat je project 342A wilt doen. Daarmee ontwijkt hij je ook. Met andere woorden, hij communiceert niet met jou. Daardoor is zijn affiniteit laag en daardoor zal hij ook niet met je instemmen. Maar als je hem tot overeenstemming kunt brengen, zal de communicatie beter worden en zal de affiniteit beter worden.
Dit is zo ongeveer het belangrijkste gegeven dat op het gebied van intermenselijke relaties ontdekt is.
Neem een willekeurige groep mensen die aan een project werken en kijk naar de voorman en zijn mensen, en je kunt zien of ze wel of niet met elkaar communiceren. Als ze dat niet zijn, werken ze niet samen als een gecoördineerd team. Ze communiceren wellicht niet met elkaar omdat ze het niet eens zijn geworden over wat ze aan het doen zijn.
Alles wat je hoeft te doen, is de groep bij elkaar halen en zeggen: “Wat zijn jullie eigenlijk aan het doen?” Je vraagt het niet aan de voorman, je vraagt het aan de hele groep en aan de voorman: “Wat zijn jullie aan het doen?”
De één zegt: “Ik verdien hier 500 Euro per week. Dat is wat ik aan het doen ben.” Een ander zegt: “Nou, ik ben blij dat ik elke dag het huis uit kan. Moeder de vrouw is nogal lastig.” De volgende zegt: “Ik kan af en toe met de vrachtwagen rijden en dat vind ik wel leuk en de rest neem ik op de koop toe. Ik rijd met de vrachtwagen. Werken moet ik toch.” Weer een ander zegt wellicht, als hij eerlijk is: “Ik blijf dit werk doen omdat ik de pest heb aan die bullebak van een voorman. Als ik het voor elkaar krijg om hem het leven zuur te maken dan ben ik tevreden.”
En jij dacht de hele tijd dat deze mensen dachten dat ze bezig waren met het
Dit team is misschien ontevreden en inefficiënt, maar je roept ze bij elkaar en je zegt: “Zeg, weten jullie dat er op een dag heel wat auto’s over deze weg zullen rijden? Misschien zullen ze af en toe panne krijgen en zo, maar er zullen een heleboel auto’s over deze weg rijden. Jullie zijn bezig een weg aan te leggen. Dat is een zware klus, maar iemand moet het doen. Een heleboel mensen zullen jullie zeer dankbaar zijn dat jullie deze weg hebben aangelegd. Ik weet dat dit jullie niks kan schelen, maar dat is wat we hier eigenlijk aan het doen zijn. Nou, geef me eens wat suggesties hoe we die weg beter kunnen aanleggen.” En ineens legt de hele ploeg een weg aan. De affiniteit, de realiteit en de communicatie gaan meteen omhoog.
als formulering van de (leer van de) rechtmatige vergelding.
vereffenen, gelijk maken.