COMMUNICATIE

VERKLARENDE WOORDENLIJST
BIJ DE CURSUS
´(accent):

een symbool dat rechtsboven een naam, letter, getal, enz. staat en gebruikt wordt om deze te onderscheiden van een ander van de zelfde soort. Bijvoorbeeld, Jan en Jan´zijn de zelfde naam (en persoon) maar het accent teken representeert Jan (accent) in andere omstandigheden, situaties of acties.

actiecyclus:

de verschillende stadia die een actie doorloopt. De actie wordt begonnen, voortgezet zolang dat nodig is en wordt dan volgens plan voltooid.

affiniteit:

het gevoel van affiniteit, liefde of iemand graag mogen.

axioma's:

beschrijvingen van natuurwetten die vergelijkbaar zijn met de wetten van de natuurwetenschappen.

beteugelen:

beperken, in bedwang houden.

bevestigen:

(iemand) een bevestiging geven. Zie ook bevestiging.

bevestiging:

iets dat gezegd of gedaan wordt om een ander te laten weten dat zijn communicatie of handeling opgemerkt, begrepen en ontvangen is.

button:

een ding, woord, gezegde, onderwerp of gebied dat bij iemand een antwoord of een reactie uitlokt.

communicatievertraging:

de tijd die verloopt tussen het moment van het stellen van een vraag en het moment waarop die specifieke vraag beantwoord wordt door degene aan wie de vraag gesteld was.

confronteren:

het vermogen om die dingen die er zijn onder ogen te zien.

duplicatie, iets dupliceren:

(mentaal) iets exact
reproduceren.

gradiënt:

de geleidelijke benadering van iets, steeds een stapje hoger, waarbij het volbrengen van elke stap en het behalen van elk nieuw niveau op zichzelf vrij gemakkelijk is, zodat uiteindelijk erg moeilijke, gecompliceerde activiteiten betrekkelijk gemakkelijk kunnen worden volbracht. De term gradiënt is ook van toepassing op elk van de stappen die bij een dergelijke benadering worden genomen.

het heden (de tegenwoordige tijd):

de tijd die zich nu voordoet en die verleden tijd wordt zo gauw hij waargenomen is. Deze term wordt gemakshalve gebruikt om de omgeving aan te duiden zoals die op dit moment bestaat.

ingeblikt:

van te voren opgenomen, in een gestandaardiseerde vorm, en voor algemeen en herhaaldelijk gebruik. Bijvoorbeeld, vele wekelijkse radio- en televisieshows worden van te voren opgenomen om later te worden uitgezonden en maken daarbij gebruik van eveneens van te voren opgenomen gelach en andere voorspelbare geluiden.

nabootsing:

het nadoen van de acties van een ander.

oefening:

een oefening is een leer- of trainingsmethode waarbij iemand een bepaalde procedure keer op keer herhaalt om zijn of haar vaardigheid daarin te perfectioneren.

ogenschijnlijk:

wat iets lijkt te zijn, in tegenstelling tot wat iets werkelijk is.

ontleden:

nauwkeurig, in bijzonderheden onderzoeken.

plateau:

niveau van kundigheid of prestatie.

Q&A:

een afkorting van “Question and Answer” (Vraag en Antwoord). Het betekent geen antwoord krijgen op de vraag, er niet in slagen om iets af te maken, of om af te wijken van voorgenomen handelswijze. Voorbeeld: Vraag: “Vliegen vogels?” Antwoord: “Ik houd niet van vogels.” Vraag: “Waarom niet?” Antwoord: “Omdat ze smerig zijn.” De oorspronkelijke vraag is niet beantwoord; men heeft die laten vallen, en degene die de vraag stelde is ervan afgeweken – dit is Q&A. Men zou kunnen zeggen dat hij “Q&A-de”.

realiteit:

datgene wat er lijkt te zijn. Realiteit is fundamenteel gezien overeenstemming; de mate van instemming die mensen met elkaar hebben bereikt. Iets is reëel als we met elkaar instemmen dat het reëel is.

Scientology:

Scientology is een praktische religie die zich bezig houdt met de studie van kennis, welke door de toepassing van haar technologie wenselijke veranderingen in levensomstandigheden kan voortbrengen. Ze werd door L. Ron Hubbard gedurende dertig jaar ontwikkeld. De term Scientology komt van het Latijnse scio (weten in de meest volledige betekenis van het woord) en het Griekse woord logos (studie van). Scientology wordt verder gedefinieerd als “de studie en behandeling van het spirituele wezen in relatie tot zichzelf, universa en andere levensvormen”.

technologie:

de toepassingsmethoden van een kunst of wetenschap in tegenstelling tot alleen kennis van de wetenschap of de kunst. In Scientology verwijst de technologie naar de door L. Ron Hubbard ontwikkelde toepassingsmethoden van Scientology principes om de functies van het verstand te verbeteren en om de potentiële vermogens van het spirituele wezen te herstellen.

terminal:

alles wat een communicatie kan ontvangen, doorsturen of verzenden. Het begrip komt uit de elektronica waar een pool [Engels: terminal] een van de twee vaste punten is, waartussen een stroom van energie vloeit. Een voorbeeld hiervan is een auto accu die twee contactpunten (terminals) heeft waarbij de energie van de ene pool naar de andere vloeit. In Scientology worden twee personen die communiceren, terminals genoemd omdat communicatie tussen hen stroomt.

Training Routines (TR's):

trainingsoefeningen waarmee iemand zijn of haar niveau van communicatievaardigheid kan verbeteren. Iemands vermogen om met anderen te communiceren kan, door het doen van deze oefeningen, enorm verbeterd worden.

verschijnselen:

dingen die gebeuren of waargenomen of gezien worden; individuele feiten, gebeurtenissen of veranderingen zoals waargenomen door de zintuigen of door het verstand.

win:

het bereiken van een gewenste verbetering. Voorbeelden van wins zou een persoon zijn die zijn vermogen tot communiceren heeft vergroot, die een vergroot gevoel van welzijn heeft gekregen of die meer zekerheid heeft verworven over een deel van zijn leven. Bij de Training Routines is er sprake van een grote stabiele win – een belangrijke, blijvende vooruitgang – als hij het punt heeft bereikt waarop hij de oefening kan doen en zijn vaardigheid hierin stabiel is.